Column: Fietsvriendelijkheid in Utrecht

Column: Fietsvriendelijkheid in Utrecht

5 apr 2022 door Jelle Bakker

drukte-utrecht-600x366.jpg

Jelle Bakker is sinds juni 2021 Fietsburgemeester van Utrecht. Hij studeerde filosofie, geschiedenis en internationale betrekkingen en is sinds drie jaar werkzaam bij team fietststimulering van SportUtrecht. Hij schrijft met regelmaat columns voor UBC tijdens zijn ambtstermijn.

Hoe zouden jullie Utrecht omschrijven? Gemoedelijk, dorps, schattig of natúúrlijk fietsstad? Eén van
de Vlaamse schepenen noemde Utrecht een lieve stad. Zoals Utrechters met elkaar – en ook met
fietsers omgaan – vond ze eigenlijk wel lief. Hoe anders was de conclusie van een gesprek dat ik de
dag ervoor voerde met een jonge stadsambassadeur van Thirty030. De verhuftering van de
fietspaden zou duidelijk zichtbaar zijn en daar zouden we iets aan moeten doen! Toch staat Utrecht
standaard op plek één bij ranglijsten voor de meest fietsvriendelijke stad. Zoals vorige week nog in
een onderzoek van het Duitse verzekeringsbedrijf Luko. Daarmee rijst de vraag, hoe fietsvriendelijk is
Utrecht nou echt?

Op donderdagavond 17 maart was ik uitgenodigd om langs te komen bij de meetup van Thirty030.
Dit is een groep met jonge stadsambassadeurs (onder de dertig) die met een frisse blik prachtige
projecten opzetten in Utrecht. Ik mocht vertellen wat ik deed als Fietsburgemeester. Na mijn verhaal
kwam er een ambassadeur op me af die vertelde over zijn fietservaringen in Utrecht. Hij had zelf een
snelle fiets, waarmee hij iedereen voorbij ging en overal tussendoor schoot. Dat kon niet altijd op de
waardering van de medefietsers rekenen. Hij begreep dat wel. Zelf schrok hij soms ook van snelle
maaltijdbezorgers die overal voorbij racen. Maar toch, op veel vriendelijkheid op het fietspad kon hij
niet rekenen. Andere fietsers wilden niet aan de kant, reageerden geïrriteerd en riepen hem na. Dat
zou toch ook anders kunnen. Kunnen we elkaar niet iets meer gunnen, wat meer ruimte geven, wat
liever behandelen?

De volgende dag was uitgenodigd door Lot van Hooijdonk om een praatje te houden voor Vlaamse
Schepenen (= Vlaams voor Wethouders) en Parlementsleden. Na afloop praatte ik nog wat na met
één van de Schepenen en zij vertelde me dat het haar opviel hoeveel rekening er met fietsers wordt
gehouden in Nederland. Zelf fietste ze ook weleens door Brussel naar werk, maar dat voelde altijd als
een soort survivaltocht. Auto’s die spatbordkleven (het fietsequivalent van bumperkleven), zomaar
afslaan of de deur opengooien zonder te kijken. ’s Ochtends had ze een gemeenteambtenaar de stad
Utrecht horen omschrijven als lief. Een vreemd bijvoeglijk naamwoord voor een stad vond ze. Maar
na een uurtje te hebben rondgefietst leek het eigenlijk wel passend. De ruimte die ze als fietser kreeg
in Utrecht was zo bevrijdend ten opzichte van de agressieve benadering waarmee ze in Brussel
behandelt werd op de fiets.

Zijn we dan gewoon verwend als we het fietspad onvriendelijk vinden? Zijn wij juist niet degenen die
met onze hogere snelheid en (al dan niet) vastgeklikte voeten wat meer rekening houden met andere
weggebruikers? Het strava-gemiddelde of de tikkende tijd even vergeten en meegaan met de
stroom? Ook het fietsvriendelijkheidsonderzoek van Luko lijkt te duiden op een fietsluxeprobleem.
Hoewel dat onderzoek meer ging over dingen als infrastructuur, weer en fietsgebruik en minder over
gedrag. Misschien worden we gewoon arrogant van de ruimte en gedraagt de Utrechtse fietser zich
soms teveel als de Brusselse auto. We hoeven niet te spatbord kleven, alles in te halen en alle ruimte
op te eisen. Laten we vooral proberen ons gedrag te matchen aan de fietsvriendelijkheid die onze
stad zo vaak wordt toegedicht en vooral een lieve fietsstad zijn.

banner-fietsburgemeester

Sluiten